Oefentherapie Cesar & Sport

Oefentherapie Cesar & Sport

Basisgedachte
Mensen lopen, gaan zitten, staan op. Mensen bukken, tillen, springen. Niet iedereen gebruikt bij dezelfde beweging dezelfde spieren in dezelfde mate. Iedereen ontwikkelt onbewust zijn of haar, niet altijd opptimale individuele houdings- en bewegingsgewoonten. Sporters bukken, springen, tillen, balanceren. Sporters rennen, gooien, slaan. Zij gebruiken hun lichaam intensiever en bevorderen hierdoor hun goede, maar… ook hun verkeerde houdings- en bewegingsgewoonten, waardoor klachten kunnen ontstaan.

De basisgedachte van oefentherapie Cesar is:

  • Dat er een optimaal houdings- en bewegingspatroon aan te wijzen is.
  • Dat iedereen goede houdings- en bewegingsgewoonten kan ontwikkelen via een gericht motorisch leerproces.

Deze basisgedachte is het uitgangspunt voor de therapie. Tijdens de sportbeoefening vragen kracht, snelheid, lenigheid, uithoudingsvermogen, ademtechniek en coördinatie extra aandacht. Hierop wordt ingespeeld bij de behandeling van de sporter.

Doel
Doel is de klachten te doen verdwijnen, verminderen en/of voorkomen, uitgaande van ieders – strikt persoonlijke – bewegingsmogelijkheden, rekening houdend met de tak van sport ( Sportspecifieke bewegingstechnieken) en het niveau van de sportbeoefening (belastingsintensiteit).

Werkwijze
De oefentherapeut Cesar ondezoekt de sporter naar aanleiding van zijn of haar klachten en de diagnose van de arts. De therapeut observeert en analyseert het houdings- en bewegingspatroon tijdens dagelijkse bewegingen en sportbewegingen. Vervolgens wordt een behandelplan opgesteld, waarin twee hoofdlijnen zijn te onderkennen, te weten:

  • het scheppen van voorwaarden om tot goed en klachtenvrij bewegen te komen (voldoende spierkracht, -lengte, -spanning en een goede coördinatie).
  • de sportbeoefenaar bewust maken van de verkeerde bewegingsgewoonten en vervolgens de goede, gezonde manier van bewegen aanleren, intrainen en autimatiseren. Bewegingen worden “goed” genoemd als o.a. spieren daarbij optimaal samenwerken en daarbij de gewrichten op de juiste manier worden belast.

Tijdens het dagelijks leven worden dezelfde soorten bewegingen gemaakt als tijdens het beoefenen van sport.

Voorbeelden:

  • bukken: skien, schaatsen, hockey, golf, roeien
  • tillen: krachttraining, judo, gewichtheffen
  • lopen: atletiek, zaal- en veldsporten
  • reiken: racketsporten, hand-, volley- en basketbal
  • zitten: paardrijden, wielrennen, auto- en motorsport
  • springen: volleybal, atletiek, turnen

De fouten die gemaakt worden tijdens dagelijkse bewegingen, ziet men dan ook vaak (zelfs versterkt) terug tijdens sportbeoefeningen. Dit is de reden waarom zowel het juist aanleren van dagelijkse bewegingen als het trainen van sportspecifieke houdingen en bewegingen deel uit maken van de behandeling.

De behandeling wordt gegeven door een oefentherapeut Cesar en, indien noodzakelijk ter plaatse van de sportbeoefening. Elke behandeling duurt 30 minuten en is individueel.

Indicaties

  • klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat ontstaan tijdens en/of na sportbeoefening
  • acute letsels aan het houdings- en bewegingsapparaat na het eerste herstel om herhaling te voorkomen (verzwikkingen, spier- en peesrupturen, fracturen)
  • onjuiste ademtechniek bij sportbeoefening